Een strakblauwe lucht, een heerlijk zonnetje en overal waar je kijkt een dikke laag sneeuw: het is weer tijd voor de wintersportvakantie. De liefhebbers kijken er al sinds de zomervakantie naar uit om weer op de latten te staan en vele kilometers te skiën, snowboarden of langlaufen. Na afloop moe maar voldaan gezellig de skihut induiken en de wintersport is compleet. Hoe maak je nu de perfecte plaatjes van je wintersport? Dat vertellen we je graag!

Fel weer
Het beste wintersportweer kenmerkt zich natuurlijk door een strakblauwe lucht, lekker zonnetje en spierwitte sneeuw. Om het felle contrast tussen die helderblauwe hemel en poederwitte piste ook goed op je foto te krijgen, moet je wel even je camera op de juiste manier instellen.

Witbalans
Een van de instellingen op je camera is de witbalans. Iedere lichtbron heeft een andere kleur licht; als het bewolkt weer is de kleur van het licht anders dan wanneer het ochtendzonnetje lekker schijnt. En ook het licht van het ochtendzonnetje verschilt weer van het felle zonlicht om twaalf uur ’s middags bovenop de piste in Oostenrijk. Die verschillende lichtbronnen zorgen voor verschillende effecten in je foto. Je camera registreert de verschillende kleuren van deze lichtbronnen namelijk, waardoor je foto ook andere kleuren krijgt. Stel je de witbalans niet goed in en je hebt de pech dat het ook nog een bewolkte dag is, dan is de kans bijvoorbeeld heel groot dat het witte sneeuw op je foto wat blauw opschijnt. Stel daarom altijd je witbalans in. Is het donker weer, kies dan voor ‘schemerig’. Is het stralend weer, dan kun je waarschijnlijk het beste kiezen voor de ‘zonnige’ stand. Speel met deze instelling om voor jouw situatie de juiste witbalans te vinden.

Belichting
Naast je witbalans is ook de belichting van belang voor een goede foto. Als je geluk hebt, is het prachtig weer op de piste. De kans is groot dat je dan een zonnebril draagt. Jouw camera reageert evengoed op het felle weer. Heb je de camera in automatische modus staan, dan is de kans groot dat de foto onderbelicht raakt. Je lichtmeting raakt van slag door het felle weer en houdt de sluiter maar heel even open. Het sneeuw wordt daardoor niet juist belicht en je foto valt te donker uit. Het klinkt wat gek, maar je kunt dit oplossen door de foto te ‘overbelichten’. Door je ‘belichtingscompensatie’ in automatische modus een ‘stop’ te overbelichten, zorg je ervoor dat er toch voldoende licht op de sensor valt. Een stop is een verdubbeling of halvering van de hoeveelheid licht dat de sensor van de camera bereikt bij het maken van een foto. Hoe je de belichtingscompensatie instelt verschilt per cameratype. Zoek daarom op Google of in de handleiding van je camera even op hoe je dat doet voor jouw camera.

Sluitertijd
Een wintersport is geen wintersport zonder actie. En die actie wil je natuurlijk vastleggen, zodat je na je heerlijke vakantie iedereen jouw snowbord, ski of langlauf skills kunt laten zien. Bij mooi weer is er voldoende licht aanwezig om beweging scherp te fotograferen. Daarnaast zorg je ervoor dat je sluitertijd goed staat ingesteld. Wil je de actie ‘bevriezen’, dan kies je voor een korte sluitertijd. Vanaf ongeveer 1/1000 s lukt je dat vaak wel. Zorg dat je een goed moment uitkiest, bijvoorbeeld wanneer iemand net even met z’n snowboard in de lucht hangt.

Je kunt ook kiezen voor een langere sluitertijd. De kans is dan groot dat je onderwerp vaag wordt en er dus beweging in je foto komt. Het onderwerp wordt dan onscherp, maar dat hoeft niet erg te zijn. Je kunt daarmee de snelheid van een langs sjezende skiër op die manier juist ook benadrukken. En ga je voor de echte sluitertijd kunst, dan kies je voor een lange sluitertijd en beweeg je je camera op dezelfde snelheid mee met de skiër, snowboarder of langlaufer die voorbij zoeft. Daardoor wordt het onderwerp scherp, maar vervaagt de achtergrond. Experimenteer er maar eens mee!

Namens CEWE wensen we je een hele fijne wintersport toe. Enne… voorzichtig zijn, hè!